dinsdag 17 februari 2015

DE VANVITELLI'S. Italiaanse architectendynastie van Nederlandse origine.


Luigi Vanvitelli. Misschien niet direct een naam die op ieders tong bestorven ligt of een vlaag van vaderlandse trots doet opflakkeren, maar Luigi Vanvitelli (1700-1773), ook wel bekend als Lodewijk van Wittel, was in de 18de eeuw een van de meest toonaangevende architecten van Italië. Architect van het immense paleis van Caserta, de man die de koepel van de Sint Pieter voor instorten behoedde, de ontwerper van het imposante lazaretto in Ancona én zoon van een Nederlandse immigrant: Caspar van Wittel. 

Vader Caspar (1652 - 1736) kwam uit Amersfoort waar hij was opgeleid tot schilder. Meer precies tot landschapschilder die na het behalen van zijn meesterstitel naar Italië afreisde. Op zich was zo’n reis naar het Zuiden een traditie die al langer bestond. Een reis die meestal te voet en te paard ondernomen werd, door Duitsland of Frankrijk en verder over de Alpen, tot in Noord Italië. Een soms jarenlange studiereis die na haltes in Venetië en Florence, kunststeden bij uitstek, veelal eindigde in een verblijf in Rome. Daar had zich een ware Nederlandse kunstkolonie gevormd, de Bentveugels genaamd. Ook Caspar werd eenmaal in Rome beland, lid van deze vereniging en kreeg er al spoedig opdrachten om zijn specialisme, landschapstekeningen en -schilderijen te maken. Zo werkte hij ook intensief samen met een andere landgenoot, de hydraulisch ingenieur Cornelis Meyer, die bezig was met een opdracht om het traject van de rivier de Tiber tussen Perugia en Rome weer bevaarbaar te maken. 

Caspar van Wittel vestigde zich als Caspare Vanvitelli definitief in Rome, trouwde er met de Italiaanse Anna Lorenzani en in 1700 kregen zij een eerste zoon, Luigi. Of Lodewijk dus. 

Zoon Luigi ging in Rome in de leer bij de architect Nicola Salvi die hij assisteerde bij de uitvoer van de Trevi Fontein. Uiteindelijk kreeg Luigi, die behalve architect ook groot waterbouwkundige was, de prestigieuze opdracht om voor de Spaanse onderkoning in Napels, het koninklijk paleis in Caserta te bouwen. Een gigantisch bouwwerk dan minstens zo mooi en groot als Versailles moest worden. Deze opdracht zou Luigi de rest van zijn leven bezighouden. En niet alleen ontwierp hij het paleis maar ook een ingenieus systeem waarmee water werd aangevoerd om de imposante fonteinen van de paleistuin van water te voorzien. 

Luigi Vanvitelli kreeg op zijn beurt ook een zoon, Carlo Vanvitelli (1739- 1821), die in de voetsporen van zijn vader zou treden en architect zou worden. Naast het afmaken van de enorme bouwopdrachten van zijn vader na diens dood, bouwde Carlo ook een kleine jachtvilla voor de koning. Een perfect symmetrisch gebouwtje waar de koning op vogels placht te jagen, idyllisch gelegen in een kratermeer in de Campi Flegrei, buiten Napels. Een waar kleinnood dat ook heden ten dage haar bezoekers nog in vervoering weet te brengen. 







woensdag 11 februari 2015

DE KRIJGER VAN CAPESTRANO, Nazionale Museo Archeologico di Chieti, Abruzzo.


Het was op een mooie septemberdag in het jaar 1934 toen Michele Castagna, eigenaar van een kleine wijngaard aan de oevers van de rivier de Tirino, vlakbij het stadje Capestrano in de Abruzzo, zijn spa de grond in dreef. Wat begon als een routineklus, het steenvrij maken van zijn land, veranderde in een opwindende ontdekking toen hij grote brokstukken tegenkwam. Brokken die fragmenten van beelden leken te zijn. Dadelijk werd de stadsarcheoloog van Chieti, Giuseppe Moretti, erbij gehaald die Michele’s land systematisch begon af te graven. Wat er toen boven werd gehaald, vervult de nazaten van Michele nog altijd met gepaste trots: de krijger van Capestrano. Een meer dan levensgroot beeld met een uitzonderlijk detail: een enorm grote hoed als een ronde molensteen. 

Intussen, ettelijke opgravingen verder, blijkt het land een oud grafveld te zijn geweest waar ruim 20 graven in een halve cirkel rond de tombe met de krijger lagen. Graven uit een cultuur ouder dan de Romeinen, die als de Villanova-cultuur wordt aanduid. En hoewel er sindsdien vele andere beeldfragmenten en voorwerpen toegevoegd zijn aan die allereerste vondst van Michele Castagna, is de krijger eigenlijk altijd de meest indrukwekkend vondst gebleven. Intussen uitgegroeid tot hét symbool van de regio Abruzzo. 

Een mysterieuze, machtige figuur is de krijger van Capestrano. Met zijn armen gekruisd voor zijn borst, de nauwkeurig uitgewerkte wapens en de op een harnas lijkende details. Een hele interessante ook, want op de zijkant van een van de twee verticalen die de figuur als het ware inkaderen, is een inscriptie te vinden. Een zeer zeldzame tekstvondst waar te lezen staat: „ma kuprí koram opsút ani(ni)s rakinel?is? pomp?(une)í’. Een raadselachtige tekst waar geleerden ofwel de maker van het beeld, ene Aninis, in lezen en de geportretteerde Pompuledio. Of er juist de opdrachtgever Aninis in zien die een zeker Pomp liet maken. Hoe het ook zij, het beeld is opvallend eigen van stijl en nauwelijks te linken aan bijvoorbeeld de invloedrijke cultuur van de Griekse kolonisten in Zuid Italië. 
Intussen heeft het beeld sinds 2011, een geheel nieuwe omgeving gekregen in Villa Frigerj, het nationaal archeologisch museum van de Abruzzo. Een theatraal opgevatte opstelling die door de hedendaagse kunstenaar Mimmo Paladino is ontworpen. Theatraal in de onverwachte presentatie van het beeld, de uitgekiende belichting en de half ronde ruimte die zich in maatvoering precies verhoud tot de omvang van de hoed van het beeld. De wanden van deze halve ronding blijken bij nadere beschouwing met ingekraste lijnen zijn versierd. Hierogliefen die een antwoord op het lijnenspel van het beeld zelf lijken te zijn. Door de vorm en decoratie van de ruimte gaat Mimmo Paladino hier een directe dialoog aan met het ruim 2800 jaar oude beeld. Een geslaagde combinatie tussen hedendaagse en eeuwenoude kunst.

Met deze bijzondere opstelling heeft de Krijger van Capestrano een prachtige presentatie gekregen. Onbeantwoord blijven nog altijd de vraag wie het precies is en wat de functie van het beeld eigenlijk was.